De doedelzak
Dit instrument bestaat al heel lang. Al duizenden jaren. Hij bestaat uit veel onderdelen. Een zak met lucht. Een pijpje om in te blazen. Een fluitje. En drie grote pijpen waar muziek uit komt. Wauw.
Alles tegelijk!
Je doet met een doedelzak alles tegelijk. In het pijpje blaas je lucht. Op het fluitje daaronder druk je met je vingers op de gaatjes. En je duwt met je arm op de zak. Zo kun je liedjes spelen. Kijk hieronder maar eens.
Doedelzakspelers dragen een kilt. Dat is een rok.
Deze meneer laat zien hoe je doedelzak speelt. Luister maar eens.
De djembé
Jij kent een trommel wel, toch? Hierboven zie je de djembé. Dat is een soort trommel. Het bestaat uit een hol stuk hout. Met een dierenvel erover gespannen. Daar kun je met je handen op trommelen.
Een djembé kun je ook maken van plastic.
De didgeridoo
Wat een lastig woord! Je zegt: did-zju-rie-doe. Ze maken hem van een grote tak. Van een meter lang. Die tak wordt uitgehold. Termieten doen dat. Een soort grote mieren. Klaar? Dan wordt de didgeridoo versierd.
Hard blazen
Kun jij goed kaarsjes uitblazen op je verjaardag? Dan kun je vast ook goed spelen op de didgeridoo. Je zet het uitgeholde instrument tegen je mond. En dan ga je hard blazen. Nu komt er een laag geluid uit.