De slang
Heb jij het weleens in de dierentuin gezien? Slangen steken steeds hun tong uit. Dat doen ze om te ruiken. Ze bewegen hun tong snel op en neer. Zo kunnen ze heel veel geurtjes opvangen.
Deze koningspython ‘snuffelt’ aan een papiertje.
Gevorkte tong
Slangen hebben een andere tong dan jij. Die van hen is gespleten. In twee stukjes. Je noemt het ook wel een gevorkte tong. De twee stukjes helpen de slang nog beter te ruiken. Hij kan zo beter prooien vinden. Knap hoor!
Ook egels ruiken met hun tong!
De skink
Sommige hagedissen ruiken ook het hun tong. Zoals de skink hierboven. Ja, die tong is echt hoor! Hij is zo blauw om vijanden mee te laten schrikken. Vijanden denken dat de skink giftig is door de kleur. Maar dat is niet zo hoor. Ha, gefopt!
Huisdier?
Sommige mensen houden een skink als huisdier. Hij is lastig tam te maken. Maar lust wel een boel. Groenten, fruit en insecten. Lijkt het of de skink geen honger heeft? Dan kun je hem vanillevla geven. Dat vindt hij superlekker. Jij ook?
Komodovaraan
De grootste hagedis ter wereld ruikt ook met zijn tong. Komodovaranen eten vlees. Ze doden hun prooi door te bijten. De prooi is niet gelijk dood. Hij loopt verder alsof er niks gebeurd is. Maar de beet is giftig. De varaan kan zijn prooi later gewoon terug vinden. Door gewoon te ruiken!
Op zoek naar de prooi
Waar is de prooi gebleven? De komodovaraan steekt zijn tong uit. En doet hem terug in zijn mond. Proeft hij links een geurtje? Dan is de prooi links. De varaan kan heel goed ruiken. Tot wel 9 kilometer ver.